Het Badhotel in Zandvoort


Dat in Zandvoort slechts een schamel overblijfsel is te vinden van de grootheid, en de voornaamheid, de renommé van voor de oorlog van ’40 – ’45, zal voor oude Zandvoorters altijd een herinnering blijven. Wie de geschiedenis van Zandvoort heeft nagegaan komt tot de conclusie, dat de neergaande lijn en verlies aan klandizie zich inzette in de dertiger jaren. De Hotel – exploitaties werden moeilijker door de benarde wereld economische situatie waarin ook Nederland zich bevond. Na een kleine opleving in de jaren 1938 – 1940, kwam in 1944 voor grote bedrijven de genadeslag door afbraak van gebouwen. Niet minder dan 26 hotels en grote pensionbedrijven vielen onder de hamer van de sloophamers. Zandvoort kwam beroofd, en onttakeld zwaar geschonden uit de oorlog. Direct werd bescheiden begonnen om een begin te maken met de wederopbouw, maar financieringsproblemen en herbouw – perikelen, ambtenarij en grond gesjacher hebben tal van initiatieven en activiteiten doen smoren in het graf, maar toch. heel langzaam ging er iets gebeuren. De uitstraling van weleer werd in de badplaats van opgepakt. Het nieuwe “Badhotel” is een tastbaar bewijs van die niet te remmen activiteit, die er op gericht was om van Zandvoort weer te maken, wat eens was geweest. Dit hotel verdiend daarom onze bijzondere aandacht. Een waardig antwoord op veler vraag. Waar blijft Zandvoort werd gegeven.

“Hoog boven ’t Noordzee strand, rijst statig, stoer en imposant het Badhotel”.

Daarop hebben wij de kust van Afrika verlaten en geen land meer ontdekt dan op 16 september, wanneer wij de Sortings zagen. De 18e passeerden wij de Hoofden en op de 19e weer land ziende bevonden wij ons tussen Egmond aan Zee en Petten. In de morgen van de twintigste kregen wij twee loodsen aan boord en zijn tegen de avond voor anker gegaan ter hoogte van Egmond aan Zee. In de nacht verhief zich een zware storm uit het Noord – Westen met zulk een verschrikkelijke onstuimige zee, dat de ervaren zeelieden, ja zelfs de schipper, die reeds tien tochten had gedaan, getuigde nooit iets dergelijks gezien te hebben. Tijdens de storm met hoge zeeën en met steeds toenemende felle rukwinden, verloren wij in de middag van de een en twintigste ons anker. Vervolgens wierpen wij onder het voortdurend slingeren van het schip en de woedende en stuivende baren wederom twee ankers uit. Het volk, nu in dood angst gekomen, wilden de schipper dwingen om de mast te kappen, maar de schipper, een zeer ervaren zeeman, hield dit met al zijn macht tegen, wel wetende dat een onvermijdelijke dood hen wachten stond als het schip met hoofden aan de woedende zee overgegeven zou worden, het water zal ons overspoelen als we met alles in de branding geworpen zouden worden.

De heer J. J. Pas kreeg in november 1957 van de gemeenteraad de optie op een stuk grond gelegen aan de Boulevard Paulus Loot, hoek Seinpostweg. Het lag in de bedoeling een groot hotel te laten verrijzen met daarin een aantal amusementsgelegenheden. Jaren moest de heer Pas met de architecten wachten op de Rijksgoedkeuring op het ontworpen hotelplan. Op 12 april van het jaar 1961 werd de vergunning door het Rijk afgegeven aan de gemeente om het hotel te gaan bouwen. Direct na het ontvangen van de bouwvergunning werd met de bouw begonnen. Tijdens de bouw kreeg men in de jaren 1962 –’63 te maken met een strenge vorstperiode en dat stagneerde heel de voltooiing van het bouwwerk, Maar in begin van de zomer van ’63 kon men toch beginnen met de inrichting van het gebouw. Het eigendom van de appartementen was overgegaan naar de heer M. Caransa, een bekende vastgoed koning, en veel insiders meenden dat dit een strop voor hem zou worden, omdat de gemeente eisen ging stellen bij de verhuur van deze luxe flats. In overleg met de eigenaar gaf het college van Burgemeester en Wethouders toestemming de vijf bovenste etages boven de Hotelappartementen in exploitatie te brengen onder de naam ‘vakantieflats’ voor het ontvangen van toeristen.De heer Caransa liep hierdoor geen risico op leegstand. Voor de exploitatie van de Hotel accommodatie en de amusementgelegenheden heeft de heer Pas de NV exploitatie maatschappij “Pasco” opgericht. Op 21 december 1963 ging officieel de poort open en kon men een kijkje nemen in de enorme binnenruimte waarvan de entree een imposante indruk maakte. De “Bierstube” was uniek ,en was het gezellig ingericht bij de “Wiener Bonbonière”. De zaaltjes waren in een Indonesische sfeer gemeubileerd. De hotelkamers waren van elk modern comfort voorzien en aan het restaurant mocht men niet voorbijgaan met de aldaar aanwezige monumentale lounge. De komende gasten konden met hun voertuig gebruik maken van de garage, al met al een accommodatie aan de Noordzeekust waar men trots op kon zijn.

HOE WAS HET VROEGER

Zandvoort heeft twee keer een prachtig “Kürhaus” gehad waar het internationaal publiek zich concentreerde te midden van verfijnde luxe en comfort. Zandvoort kende een “Grand Hotel” waarin de Keizerin van Oostenrijk logeerde en waar vorstelijke personen verbleven. We hadden een “Groot Badhuis” met de vele kamers, salons en zalen. Alles was berekend op het langdurig verblijf van families en gasten. We denken aan de hotels “Seinpost” en “Noordzee” welke beiden onder dezelfde directie stonden. Op de grond waarop eens het hotel “Seinpost” stond, is het nieuwe “Badhotel” verrezen. Het geeft aan Zandvoort iets vertrouwds, dat wederom een hotel op die plaats is gekomen, op een fraai punt aan de Zuid Boulevard.

Bij het nagaan van de geschiedenis bij het bouwen van het hotel “Seinpost” in de twintiger jaren kwamen bijzonderheden voor de dag. Op de plaats was vroeger een hoog duin en op de top was een groot voornaam huis gebouwd dat de naam Seinpost droeg en tal van jaren werd bewoond door de familie Teekman. De man was werkzaam als Ontvanger van de gemeente Zandvoort. Later werd het huis door de familie gebruikt als een gerenommeerd familie Pension. Het huis kwam in verval tijdens de oorlogsjaren van ‘14 – ’18 en werd aangekocht door de heer Willem Driehuizen die het liet slopen. Driehuizen had het plan om op de plaats een groot modern hotel te bouwen ontworpen door een architectenbureau. De toestemming kwam en men kon gaan bouwen wat gedaan werd door een Zandvoorts aannemersbedrijf van Arie en Engel Koper. In december 1919 begon men met de sloop van het huis en het afgraven van het duin en het uitvlakken van het grondoppervlak. Begin 1920 werd begonnen met de aanleg van de funderingen en het werk vorderde aanvankelijk gestadig. Naar mate de bouw op hoogte kwam, rezen de arbeidsconflicten. Op een dag dat de jonge Willem, in zijn beste pakje de zilveren troffel mocht hanteren voor het leggen van de eerste gedenksteen op 1 juli 1920, heerste er grote spanningen op het bouwterrein en onder de steigers. De metselaars en de stukadoors eisten een hoger loon en de aannemer had onder drang van de na oorlogse omstandigheden reeds veel toegegeven, waardoor de lonen tot onvergelijkbare hoogte stegen. Het was een tijd van waanzinnige tegenstellingen, aan de ene kant schrijnende armoede terwijl aan de anderen zijde het geld niet konden uitgeven van rijkdom.

De Zandvoortse vissers die voeren op de trawlers in IJmuiden verdienden geld als water en staken hun sigaren aan met een briefje van honderd. Ook gebeurde het, dat ze in Haarlem een horloge kochten voor minstens duizend gulden en als zij het, met hun dronken kont, het niet mooi vonden smeten zij het onderweg uit het coupéraampje naar buiten. Het geld kon niet op en de stukadoors van Jacob Koper verdienden reeds honderd gulden in de week. Ze wilden meer en ze gingen staken omdat ze geen honderd en tien gulden konden krijgen. De patroon kon niet meer betalen. Tenslotte werd het gebouw voltooid na 150 arbeidsdagen, de stakingsdagen niet meegerekend, door 140 mannen. Totaal werd er 70.000 stenen gemetseld en 3000 kubieke meters zand verplaatst. In de voorzomer van 1921 werd het Hotel met veel luister geopend en er bestond direct grote belangstelling. Men kon vanaf de balkons genieten van het schitterend uitzicht van de zee en het dorp.

Enkele jaren later heeft de heer Willem Driehuizen het Hotel onder dwang van de gewijzigde economische ontwikkelingen moeten verkopen na een periode van: het kan niet op. De gouden jaren van vlak na de oorlog ’14 – ’18 met hun speculatie winsten en beurs capriolen moesten weer plaats maken voor een normaal economische structuurvorm, en zo eindigde een leven van plezier maken. Hotel “Seinpost” had in Zandvoort een vooraanstaande positie. Het is trouw een familiehotel gebleven met een voortreffelijke reputatie en internationale bekendheid. Op die plaats staat nu het “Badhotel” waarvan gehoopt werd dat het in de toekomst een bijdrage zou leveren tot vernieuwing en bevestiging van de remonné die voorheen in Zandvoort aanwezig was.


Kijk ook eens bij De stranding van de Gaffelschoener “ SCHOUWEN II ”, Klik HIER
Kijk ook eens bij De stranding van de “ ALBA ”, Klik HIER
Kijk ook eens bij de schipbreuk van de “OUDE ZIJPE”, Klik HIER


Dit artikel is verschenen in het Zandvoorts Nieuwsblad december 1963 door journalist Jan Steen gedicteert
Info over het copyright Klik hier